05 De Ondergrondse Passage: De diepte van de slaap

Wat gebeurt er eigenlijk als we slapen? Wat speelt zich daar af in de diepte van onze slaap? Is het alleen uitrusten van de afgelopen dag of meer?

Figuur 5.1: De slaap (Auguste Rodin)
 
Net buiten de Grote Piramide ten oosten daarvan, zijn gangenstelsels ontdekt onder de grond waarvan de functie niet duidelijk is. Omdat in één zo’n stelsel gangen zaten die leken op gangen die in de Grote Piramide zitten, hebben toenmalige onderzoekers (Perring en Vyse ca. 1840) die de Trial Passage, de probeerpassage,  genoemd. Hun idee erachter was dat de piramidebouwers hier geoefend zouden hebben voor het maken van de gangen in de piramide. Op deze opvatting is overigens veel kritiek[1]. De voormalige Egyptische supervisor van het Gizehcomplex, Zahi Hawass, merkte ooit op dat er meer gangenstelsels dan de Trial Passage zijn[2].
De inwijdingstocht gaat verder door deze Trial Passage of door een gangenstelsel dat daar vlakbij ligt mogelijk iets noordelijker. We noemen dat stelsel hier de ‘Ondergrondse Passage’. Ze is in de inwijdingstocht de toegang tot de wereld van slapen en dromen.

Figuur 5.2 Ingang van de Trial Passage[1]
 
 

De wereld van de droom in de lange ondergrondse gang

Vervuld van de ontzagwekkende beelden van zijn levensmissie, voelt Jezus dat de tijd gekomen is om vanuit de nis van de bezinning verder te gaan. Hij staat nu voor een stenen paneel aan het einde van de gang en stelt zich daar op in. Dit is het moment waarop het meer geestelijk gerichte deel van zijn inwijdingstocht in de Grote Piramide gaat beginnen. Hij raadpleegt zijn intuïtie en duwt dan met zijn rechterschouder rechts tegen het paneel aan, waardoor het draait en hij erlangs kan. Hij stapt nu in de ondergrondse, lange gang van de Grote Piramide. Tegelijkertijd voelt hij dat de sfeer hier anders is, levender, alsof het bewustzijn van zijn verschillende geestelijke dimensies, hoe diep ook, hier binnen handbereik komt. Links van hem ziet hij hoe de gang is afgesloten door een stenen deur, rechts ziet hij de omhooglopende gang waarvan de wanden mooi glad zijn afgewerkt. Hij voelt een grote slaperigheid over hem komen en beseft dat de wereld van slapen en dromen als volgende inwijdingsstap op hem ligt te wachten.


Figuur 5.3: Omhoog gaande gang (hier ‘dalende gang’ gang genoemd) met diep onder de ‘dodentempel’ de nis van bezinning
 
Hij gaat in deze gang liggen en valt snel in een soort toestand van slaap. Een toestand waarin hij bewust weet te blijven en met zijn droomlichaam zijn fysieke lichaam verlaat. Dat voelt tegelijk lichter en vrijer, maar ook minder stevig. Hij voelt een drang en gerichtheid om met zijn droomlichaam in deze lange gang omhoog te gaan. Met een soort zweefstappen gaat hij omhoog,  steeds hoger door deze lange gang.
 

Het gebied van de ongeboren zielen verderop in de gang

Nog voor het einde van de gang voelt hij dat het voortgaan moeizaam wordt. Aan zijn linkerhand is een poort zonder fysieke doorgang in de zijmuur. Daar stopt hij en voelt dat achter deze poort iets is, iets leeft. Hij groet innerlijk dat wat achter de poort ligt en hoort: “Stoor ons niet! Laat ons slapen!” Hij beseft dat dit energetisch het domein is van de ongeboren zielen, zij die hun vorige incarnatie aan het verwerken zijn en wachten op een nieuwe incarnatie.
Dan gaat er voor zijn geestesoog een licht schijnen, een prachtig zacht, stralend licht: “Ben je gekomen, mijn zoon?” hoort hij de stem van zijn vader, “Welke missie brengt je hier?” “Ik kom met de goddelijke zegen van mijn Hemelse Vader naar de aarde om daar licht te brengen onder de mensen, mijn taak is het om het op aarde te laten lichten zoals in de hemel en dat zal een lange weg zijn!”
“Dat is de meest mooie en vergaande missie die je kunt ondernemen, mijn zoon. Alle licht van de hemelen is bij je, mijn zegen en de zegen van de hoogsten is bij je. Ga nu verder!” Jezus krijgt een gevoel van gezegend worden en van herkenning en zegt innerlijk: “Mijn dank is diep in mijn hart, mijn vader!”
 

Poort aan het einde van de lange gang naar buiten: uittreden van het droomlichaam

Het licht vervaagt en Jezus wendt zich tot het boveneind van de gang. Daar is weer een poort zonder fysieke doorgang. Hij stelt zich weer  in op zijn gevoel en voelt dat deze plek het uitgaan van het droomlichaam uit het fysieke lichaam representeert. Vervolgens gaat hij met zijn droomlichaam verderop door deze poort en door de noordelijke buitenwand van de piramide naar buiten. Dit is de plek waar in 820 door kalief Abdullah Al Ma’moun de Grote Piramide is opengebroken op zoek naar schatten en documenten. Schatten zijn hier echter geestelijk, uitgedrukt in stenen en metafysische energieën. Goud hebben ze dan ook nooit gevonden en ook geen documenten. Heden ten dage is hier de toeristeningang.  Jezus voelt zich nu aangetrokken tot een plek aan de rand van de aura van de piramide verderop.  


Figuur 5.4: Huidige bovengrondse ingang van de piramide
 

De Ondergrondse Passage: wereld van droom en slaap

Aan de oostnoordoostkant van de Grote Piramide ligt in het woestijnzand een gangenstelsel, de Ondergrondse Passage, waar hij nu voor staat met zijn droomlichaam. Maar verder kan hij niet, de ingang is ‘energetisch’ niet open. Eerst moet hij innerlijk om toestemming vragen om de passage te mogen betreden.

Figuur 5.5 Plaats van de Trial Passage aan de oostkant van de Grote Piramide

“Wat kom je hier doen?” hoort hij een diepe zware stem en hij antwoordt: “Ik kom om de wereld van slapen en dromen te ontmoeten en te doorgronden.”
“Kom binnen, maar weet  dat weinigen in staat zijn de slaap te overwinnen.” Waarop hij antwoordt: “Ik daal met de zegen van mijn Hemelse Vader af in de wereld van slapen en dromen.” Nu kan hij de ondergrondse passage betreden en daalt stap voor stap af in de omlaaggaande gang van dit gangenstelsel. Hij voelt dat hij de wereld van slapen en dromen binnengaat, de slaap drukt op hem. Dan hoort hij verleidelijke stemmen: “Kom met mij, ik zal je bekoren.” “Kom met mij en ik zal je in een zachte slaap laten dromen.” Hij voelt bij het naar beneden gaan, dat hij zich niet moet laten afleiden en moet zorgen niet in slaap te vallen door bewust te blijven van zichzelf in deze inwijdingstocht.


Figuur 5.6: Ondergrondse gangenstelsel van de trial passage
Toelichting: Deze passages liggen 87,50 m. van de oostkant van de Grote Piramide en 43,50 m. ten noorden van de oost-west as door de piramide. De passages zijn van noord naar zuid georiënteerd en hebben een totale lengte van 22 m. en een totale verticale diepte van 10 m. Elementen van deze ‘Ondergrondse Passage’ die op de gangen in de Grote Piramide lijken zijn in de figuur aangegeven.
 
Dieper in de aarde komt hij bij een vlak stuk, een plateau: “Wat kom je doen”, hoort hij weer. “Ik kom om de diepte van de slaap werkelijk te doorgronden”.
“Dat kan niet, pas na een groot offer kun je verder in deze wereld van slapen en dromen. Je zult de slaap radicaal opzij moeten zetten om de diepte ervan te doordringen. Maar wie is dat gegeven?” hoort hij. Hij stelt zich nog krachtiger in op het voelen en bewust blijven van zijn droomlichaam en antwoordt: “Met de zegen van mijn Hemelse Vader zal ik afdalen in deze diepte. Hij zal mij bijstaan!” Hij blijft staan mediteren op het plateau en mobiliseert zijn innerlijke kracht en bewustzijn zodat hij de slaap kan weerstaan. Een verticale energiekolom naar boven toe wordt actiever in hem en verbindt hem met zijn meest wezenlijke energie van zijn innerlijke kern.
Hij passeert hier met moeite een poort met een schuifpaneel dat hij in deze toestand opzij moet krijgen door naar links te duwen. Dan, tastend als een blinde begint hij aan een verdere afdaling in de volgende omlaaggaande gang. Hij gaat daarbij een nog diepere fase van de slaap in. Donkere energieën komen als zware wolken op zijn pad en hij hoort: “We zullen je vermoorden! We zullen je vernietigen. Deze diepte kan geen mens aan, verdwijn!” Het licht in zijn spirituele hart gaat als reactie hierop nog helderder schijnen, terwijl hij steeds verder afdaalt en standvastig bij zijn innerlijk gevoel en bewustzijn blijft.
Nog lager komt hij weer bij een poort en hoort: “Deze poort is gesloten en zal altijd voor je gesloten blijven!” Hij beseft dat achter deze poort de ware diepten van de slaap zijn. Hij stelt zich niet alleen in op de verticale energiekolom omhoog maar ook op het omlaaggaande deel van de kolom. Dat verbindt hem met de diepste krachten die in zijn wezen besloten liggen. Half duwend opent hij het poortpaneel rechts en gaat dan door de poort heen. Hij beseft  dat deze poort met leven en dood te maken heeft, forceren ervan kan het bewustzijn storen, waarna bewusteloosheid kan intreden.
Hij laat zich dieper in de gang zakken en houdt zich met beide handen vast aan een richel in de zijwanden van deze gang. Hij voelt dat hij het gebied van het diepere, onderbewuste ingaat.
 

Onderaardse kamer met de krachten van de slaap en de droom

Verder omlaag gaand komt hij weer bij een poort aan. Hij voelt dat hij extra kracht nodig heeft om deze poort te openen en de achterliggende ruimte te betreden. Als hij zich daarop instelt gaat het kundalini-vuur diep in zijn stuit branden. Het geeft hem de extra kracht die hij nodig heeft en aldus versterkt, schuift hij het poortpaneel naar links. Hij passeert de poort en komt in een grote kamer terecht. Het lopen daar gaat heel moeizaam alsof hij waggelend, half in slaap zich moet voortbewegen. In het midden is vaag een licht als van een vlam aanwezig. Een vlam die het kundalini-vuur in hem weerspiegelt.
Hij voelt de krachten die op verschillende plekken in deze kamer manifest worden zo gauw hij zijn aandacht erop richt: de kracht van manifestatie rechts in de kamer, de kracht van voortplanting rechts midden, in het midden van de kamer de kracht om te zijn, het kundalini-vuur, en verder links de kracht om te werken met de aardse materie en de kracht voor de interactie met anderen.
Hij maakt contact met al deze krachten en voelt hoe ze door hem heen stromen terwijl het hem lukt niet in slaap te vallen. Zich instellend op de kracht van manifestatie voelt hij zich groot worden, vol energie en gedrevenheid met een gevoelsimpuls van ‘ik zal laten zien wat ik ben en kan’. Daarna voelt hij de energie van de voortplanting, de drang om hoe dan ook tot nageslacht te komen. Bij de kracht om met de aardse materie te werken voelt hij de drang om in de aarde te graven om daar waardevolle dingen uit te halen. Bij de volgende kracht voelt hij de krachtige impuls tot interactie met medemensen over en weer. Al deze krachten komen diep vanuit hem en zijn in de slaap werkzaam, en bekrachtigen eigenlijk de wereld van de slaper.
Hij loopt naar het midden van de kamer en stelt zich daar in op de kundalini-vlam en stapt in het gat waar de vlam uitkomt en laat de energie ervan bewust door zich heen stromen. De energie helpt hem om te regenereren en opnieuw contact te maken met de levenskrachten. De kracht om zich als mens op aarde te realiseren in al zijn aspecten komt beschikbaar. De kracht van de kundalini-vlam drukt hem weer omhoog zodat hij weer in de kamer terugkomt. Hij blijft bewust maar voelt de slaap zwaar op zich drukken. Hij weet dat hij bij één moment van onbewustzijn in slaap zal vallen. Nu voelt hij een lichte energie van boven hem komen, de geestelijke kundalini-energie die hem helder maakt en bijna optilt. Deze krachtstroom maakt zijn verstand helder en alert, maar terwijl hij die voelt, moet hij toch in de sfeer van de slaap blijven.
 

De bol van vitalisering

Na het bezoek aan deze diepste kamer van de ondergrondse passage gaat hij weer omhoog door de opgaande gang, moeizaam, waggelend van de slaap. Hij gaat niet in één keer omhoog. Er zijn drie plekken in de gangen waar hij stilhoudt. Flitsen van gebeurtenissen van de afgelopen dag komen langs die hij in hoog tempo verwerkt. Iedere keer gaan er trillende bewegingen door zijn oogleden die wat op de REM-slaap lijken (REM= rapid eye movements) maar wat lichter aanvoelen.
Hij gaat weer langs een poort en komt op een plateau. Een verlangen komt in hem op naar boven te gaan, een sterke behoefte om met iets daarboven contact te maken dat onlosmakelijk met de slaap verbonden is. Hij realiseert zich daardoor dat zijn tocht door de slaap- en droomwereld nog niet voltooid is.  Als hij verder omhoog gaat door de gang, maakt hij steeds meer contact met iets daarboven, een zacht lichtend, bolvormig gebied dat hem aantrekt, dat hem lijkt te roepen, maar waarvan hij niet weet of hij zich daar aan moet overgeven of dat hij bewust bij zichzelf moet blijven.
Nog hoger komt hij op een volgend plateau, vlak onder het oppervlak van de woestijn. Daar stelt hij zich in op de zacht lichtende bol die boven hem verschenen is. Hij gaat in zijn droomlichaam omhoog de bol in. Hij blijft daarbij bewust, al is dat moeilijk met de lichtende energieën van de bol die hem op willen nemen in een slaaptoestand. Hij voelt tegelijk hoe de heerlijke energieën van de bol hem gaan opvullen, net zoals de slaap iemand kan vitaliseren voor de dag die komen gaat. Hij wordt zich ervan bewust dat de kosmische energie vanuit de bol van zijn Godsvonk en Hoger Zelf hem opvullen. Hij dankt het goddelijke hiervoor.
 

Bewustwording van cycli in de slaap

Hij beseft opnieuw dat zijn tocht in de wereld van het slapen en dromen nog niet voltooid is. Opnieuw gaat hij met zijn droomlichaam naar beneden in het ondergrondse gangenstelsel van de ‘krachten van de droom en de slaap’.
Weer daalt hij met zijn droomlichaam af in de omlaaggaande gang, maar het gaat nu sneller en hij gaat zonder veel moeite langs de panelen van de poorten door de gangen omlaag. Weer werken  de diepere krachten van de wereld van de slaap op hem in. Bij het omhoog komen kan hij opnieuw op drie plekken de emotionele zwaarte van de ervaringen van de afgelopen dag verder laten oplossen. Terugkomend bovenin de ondergrondse passage gaat hij weer naar de zacht lichtende bol bovenin het gangenstelsel. De energie die hij daar opneemt, voelt lichter dan de eerste keer en is ook minder in hoeveelheid. Nog een derde keer herhaalt zich dit proces waarbij zijn ervaringen weer minder intens worden. Opname van energie in de bol creëert nu een gerichtheid op dat wat komen gaat. Teruggekomen bij de bovenkant van het gangenstelsel stelt hij zich in op het vervolg van de inwijdingsweg. Hij heeft nu het bewustzijn van de wereld van slapen en dromen verworven en voelt dat hij daarmee dit deel van zijn inwijdingstocht kan afronden.
 
Terugblik
Al in een eerder boek[1] is ingegaan op de cycli van slapen en dromen en van het contact met het ‘droomlichaam’ en de droom oerbron, de lichtende bol, om energetisch opgeladen te worden in de slaap. De wereld van slapen en dromen speelt zich bij mensen af aan de rand van de aura als ze in hun droomlichaam zijn uitgetreden, iets wat ieder mens in zijn slaap doet. Ook de Ondergrondse Passage ligt aan de rand van de aura van de Grote Piramide. De plaatsing van deze passage is dus niet toevallig.
Maar wat met de inwijdingskandidaat gebeurt in de Ondergrondse Passage gaat nog een aantal stappen verder dan bij een meditatieve afstemming op de droomtoestand zoals bij een aura-reading. Hier wordt bewust de wereld van slapen en dromen ervaren en de krachten die daar werken. Maar weinigen zijn hier toe in staat. Jozef Rulof beschrijft in zijn boeken de zeven graden van de slaap en de uitgebreide training die nodig is om zo diep in de slaap af te dalen dat bewuste uittreding mogelijk is. Opvallend voor mij is de intensiteit en uitgebreidheid van de uitdagingen bij de inwijdingstocht die Jezus maakt.
 
Ervaring van de vrouwelijke readee
Bij de twee readees genoemd in hoofdstuk 1, was een tocht met het droomlichaam ook onderdeel van hun inwijdingstocht. Ze hebben beide een uitgebreide training gehad voorafgaande aan de inwijding. Maar ze doen dat ieder op hun eigen wijze, blijkbaar geldt hier niet ‘one size fits all’. Bij de vrouwelijke readee lag het accent op de ontmoeting met het tussenbestaan, tussen incarnaties in. Bij haar aura-reading kwam het volgende naar voren.
—  Met nodige kracht opent ze de schuifsteen en treedt de Grote Piramide binnen, vlakbij de ondergrondse kamer. Rechts van haar is een langzaam omhoog gaande gang, een lage gang, waar je gebukt moet lopen. Links is de gang naar de ondergrondse kamer, maar daar zit nog een schuifdeur voor. Ze staat in de gang en wordt overvallen door een slaapgevoel. Ze voelt aan dat het belangrijk is om eerst de wereld van slapen en dromen in te gaan. Ze gaat slapen maar treedt wel bewust uit met haar droomlichaam (het etherisch lichaam blijft in het fysieke lichaam, de andere energielichamen gaan er voor een groot deel uit als onderdeel van haar droomlichaam). Ze gaat de opgaande gang door met haar droomlichaam. De beelden worden anders, waziger, omdat ze in haar droomlichaam is. Ze loopt een eind de gang in. Dan verderop ziet ze links een poort in de gang. Die is er ook echt, daar zit een poort maar die is wel dicht gemaakt met stenen. Ze staat voor de poort en bezint zich. “Wil ik dit leven verlaten?” Is een gedachte die door haar heen gaat. “Wil ik in het land van de doden kijken?” Langzaam gaat ze door de poort. Ze komt in een wazige sfeer terecht, de tussensfeer van de wereld tussen incarnaties, waar de geest zich herstelt van het afgelopen leven waarbij allerlei processen diep in de ziel plaatsvinden. Het is ook de wereld van het onbewuste. Ze maakt contact, zegt ‘hallo’ in die sfeer en ze hoort een ziel zeggen “laat me met rust, ik moet slapen”.
Dan ziet ze een stralend licht en heeft de associatie: “dit is God de moeder”. Ze heeft een diep gevoel van vertrouwen hierin. Ze hoort: “ben je daar eindelijk, kindje?” Ze krijgt beelden alsof de geest van haar moeder daar is en krijgt een sterk gevoel van eindelijk thuis te komen. Er is daar een heel mooi licht. Ze staat aan de rand daarvan en zegt: “Moeder, ik ben hier gekomen om kracht op te doen. Het land Egypte heeft me nodig, heeft spirituele krachten nodig om sterk te worden. Er zijn zoveel mensen die lijden, en misschien wel onnodig lijden. Ik wil mensen helpen met healing, zodat de mensen zich fysiek weer beter en sterker gaan voelen. En ik wil ook dat ze geestelijk sterker worden.”
Ze is nog dichter bij de rand van het licht gekomen en ze hoort: “Kom maar wat dichterbij”. Haar hartcentrum begint te stralen en ze krijgt een nog sterker gevoel van ontvangen worden en thuis komen. Ontvangen worden in een liefde die aanvoelt als “Ahh eindelijk ben ik thuis”. Ze staat nog wat dichter bij het licht en een lichtstraal komt naar haar kruin, gaat door haar heen en komt via haar voetchakra’s naar beneden. Uit haar handen beginnen ook lichtstralen te komen, forse stralen. Ze hoort: “we zullen je helpen. Deze stralen zul je kunnen aanwenden voor healing van Egypte.” De kracht van de stralen is heel groot, ze moet haar best doen om er bewust bij te blijven. Ze voelt hoe ze wordt gevuld met de energieën ervan. Dan keert ze langzaam weer terug naar de tussensfeer, maar er is nu een waas om haar heen gekomen, een zacht lichtende waas. Ze is vervuld met blijdschap, dat ze bij God de moeder was. Ergens verlangt ze ernaar om weer naar dat stralende licht terug te gaan, maar beseft, “Nee ik heb gekozen voor de aarde, om daar te zijn en mijn taak te hebben”. Langzaam komt ze terug in de opgaande gang waar zich het beeld van de gesloten poort weer opbouwt voor haar. Ze gaat niet naar de ‘Ondergrondse Passage’ buiten de Grote Piramide. Ze gaat weer terug, helemaal naar beneden in de gang en integreert haar droomlichaam met haar fysieke lichaam. Ze voelt dat ze om haar missie fysiek waar te kunnen maken, meer kracht nodig heeft. Ze richt zich daarom op het vervolg van haar inwijdingstocht. —
 
Ervaring van de mannelijke readee
Ook de mannelijke readee treedt uit met zijn droomlichaam en gaat door de gang omhoog naar de noordkant van de piramide waar onder de dekstenen een poort zit. Daarbuiten in het woestijnzand bevindt zich een gangenstelsel, de ‘Ondergrondse Passage’, dat het spiegelbeeld is van een deel van het gangenstelsel in de piramide, alleen kleiner.
—  Hij gaat er met zijn droomlichaam door de poort naar buiten en zweeft vervolgens naar het gangenstelsel toe en daalt daarin af. Hij komt in de sfeer van slapen en dromen terecht. Eerst komt hij in een ruimte waar hij langzaamaanerhand figuren ziet opdoemen. Het zijn beelden uit het verleden, mensen die hij kent van vroegere incarnaties. Hij beseft dat al die mensen hem bij zullen staan bij zijn taak om het land te verenigen. Het geeft hem een gevoel van “ik sta er niet alleen voor”.
Hij moet nog verder afdalen in het gangenstelsel. Helemaal beneden ziet hij een put en het lijkt alsof daar een vlam uit komt. Hij beseft dat dit de kracht is die hem gaande houdt: zijn eigen kundalini-vuur in zijn stuit die hem een enorme kracht geeft om door te gaan met zijn levensmissie.
Dan ziet hij een lichtend beeld van zijn vrouw en hoort haar zeggen: “Hallo, ik ben met je en mag je een stukje begeleiden”. Ze lopen samen naar de afdalende gang waar zij weer weggaat. Hij is door de ontmoeting heel blij geworden want “we doen het samen”, hij hoeft niet alles alleen te doen maar zijn vrouw helpt hem.
Hij gaat weer door de gangen omhoog, naar het vertrek waar hij de beelden kreeg van de mensen die hem zouden helpen. Hij heeft een sterk slaapgevoel maar blijft wakker en gaat met zijn droomlichaam weer terug naar de piramide. —

 

Over het effect van de reading op de readee en de aura-reader

Een aurareading kan allerlei effecten op een readee hebben, zowel van te voren, tijdens de reading als na afloop. Zo had mijn mannelijke readee voorafgaand aan de eerste twee aura-readingen over zijn Egyptische leven een slapeloze nacht. De eerste keer kreeg hij in de middag voorafgaand aan de reading, een energie-impuls waardoor hij zich ineens alert en vol energie voelde. De tweede keer verliep het anders. Bij het begin van de reading voelde hij zich moe en slaperig. Het was voor hem een opgave om niet tijdens de reading in slaap te vallen. Hij had het gevoel niet goed gegrond te zijn en eigenlijk op luchtkussentjes te lopen. Toen tijdens de reading de Ondergrondse Passage van de tocht aan bod kwam gebeurde er iets opmerkelijks. Hij voelde zijn energie terugkomen maar ook zijn gronding, alsof de diepere krachten vanuit de aarde weer in hem begonnen te stromen. Aan het eind van de reading was hij vol energie, en voelde hij zich prima. Hij maakte zelfs een grapje dat hij misschien weer niet kon slapen maar nu van de energie. 

Na deze tweede reading merkte ik dat het ook voor mij als aura-reader een intense ervaring was geweest. De volgende dag zag ik nog regelmatig beelden verschijnen van de kamers in de piramides en van nauwe doorgangen in het piramidecomplex waar de inwijdingskandidaat zich doorheen moest werken. Ik besefte dat ik in de week voor de eerste inwijdingsreading al beelden had gekregen waarbij ik merkte dat ik me de energie van het piramidecomplex meer eigen moest maken en moest proberen te omvatten in mijn gevoel. Dat lukte tot mijn verbazing, terwijl ik wist en weet dat het complex nog zoveel meer bevat dan in de aura-readingen is langs gekomen. Toch vormen alle drie de inwijdingsverhalen een afgerond geheel. Ieder keer is de inwijding geslaagd en komt het tot een zinvolle voltooiing.

 
Droom of werkelijkheid?
Hoewel de inwijdingskandidaten in hun droomlichaam zijn bij dit deel van de inwijdingstocht, lijkt het af en toe of bepaalde delen ervan zoals het omhoog gaan door de lange opgaande ondergrondse gang in de piramide, en de gangen van de Ondergrondse Passage een bijna fysieke realiteit hebben. Ook verderop in de inwijdingstocht zal dit nog enkele malen het geval zijn. Blijkbaar is dit inherent aan deze inwijdingstocht.
We moeten verder bedenken dat deze tocht niet zomaar door wat gangen leidt. Het team van inwijdingspriesters heeft zijn concentratie gericht op de tocht van de kandidaat en volgt deze vanaf een metafysisch niveau. Ze zijn ook fysiek actief bij de confrontatie met het element vuur (de verhitte steen) en het element lucht (het zwiepende touw) en zullen dat verderop ook nog zijn. Vanuit de geestelijke wereld zijn lichtende, hoogbewuste spirituele gidsen actief en werken via de weg van inspiratie in op de inwijdingskandidaten waardoor deze bijzondere en op hun persoon afgestemde ervaringen kunnen hebben. De gangen, ingestraalde stenen en de ruimtes van het piramidecomplex genereren zulke energetische en fysieke condities dat daardoor buitengewone ervaringen tijdens deze unieke inwijdingsweg mogelijk zijn.

 

► Volgend hoofdstuk: 6 Boten bij de piramide: De vier richtingen op aarde

 


[1] Ontdekkingsreis Innerlijk Licht, hoofdstuk 13 en in ‘Ontdekkingsreis Innerlijk Licht’ hoofdstuk 13 beiden van Pierjasi. Uitgave Gopher

 


 


Vergelijkbare berichten

12 reacties

  1. De Ondergrondse Passage: de diepte van de slaap
    Beste Pierre,
    Wat een boeiende, ingrijpende en bijzondere gang! Dank daarvoor! Vind het moeilijk er iets zinnigs over te zeggen. Het omvat zoveel en ik kan vanuit mijn beperkte bewustzijn slechts gissen. Het Bijbelse verhaal over Jezus in de woestijn kwam in mij op. Ook daar werd hij beproefd en verleid. Kennelijk moeten we zo’n proces doormaken om te kunnen worden wie we ten diepste zijn. De piramide, ook als metafoor, voor de loop van het bewustzijnsproces van de mens? Slechts wanneer wij ons ook bewust worden van de onbewuste en latente krachten die zeker een rol spelen bij ons handelen en die mede ons zelfbeeld bepalen, kunnen wij komen tot een leven in eenheid met Al wat is? Wakker blijven, van moment tot moment en niet wegzakken in dromerijen is een fikse opgave. Heel hoopgevend dat er altijd weer Hulp is vanuit de hogere regionen.

  2. Hallo Clasina
    De tocht door de ondergrondse passage is inderdaad ingrijpend, ik was er ook van onder de indruk toen ik me daarop afstemde tijdens een aura-reading. Ik denk dat voor ons gewone mensen een lange periode van metafysische training nodig is om die tocht te kunnen volbrengen. En dit is niet de enige zware beproeving in deze inwijdingstocht. Blijkbaar is het belangrijk in deze inwijdingstocht om in alle aspecten van het menselijke leven bewust en bij jezelf te blijven. O ja, het bijbelse verhaal van Jezus in de woestijn bevat ook zo’n beproeving. Ik heb daar op iermands verzoek op aura-reading niveau naar gekeken en zag dat er een verband was met de doop in de Jordaan en de 40 dagen in de woestijn.

      

  3. Reading en kundalini
    Dag Pierre, dank je dat ik weer mocht meelezen en kijken.. bijzonder! wat een intense egyptische en tijdloze beleving.. en wat een vuur wordt er beschreven en gekend. De slaap… de beelden. heel mooi beschreven van je. Het gedeelte-onderaardse kamer krachten v d slaap en de droom: ‘Hij loopt naar het midden van de kamer en stelt zich daar in op de kundalini-vlam en stapt in het gat waar de vlam uitkomt en laat de energie ervan bewust door zich heen stromen’, komt later weer terug bij de mannelijke readee. Gebruik je overigens kundalinie en kundalini bewust door elkaar? is dat een andere vorm? Bovenstaand gedeelte is krachtig en dient het doel waaruit we leven. dank je wel voor je beschrijvingen weer. 🙂

  4. Hallo Marjan
    Bij dat gedeelte van de onderaardse kamer ervoer ik ook sterke energieën. Ik moest bij het readen echt mijn best doen om daar bewust bij te blijven! 
    Nog even over de spelling. Een aantal jaren geleden gebruikte ik de fonetische spelling koendalinie’ om aan te geven dat het niet om iets Oosters van ver weg ging maar iets dat heel dichtbij is. Een hoop mensen blijken echter te zoeken op de Engelse spelling ‘kundalini’ en misten dan deze website. Om beter toegankelijk te zijn, heb ik de spelling aangepast en gebruik ik de Engelse spelling. 

  5. Heeft hoogst ontwikkelde geest nog een inwijding nodig?
    Hallo Pierre,
    Naar aanleiding van concepthoofdstuk 5 heb ik nog enkele vragen.
    Wat is de reden dat zelfs de hoogst ontwikkelde geest nog een inwijding moet ondergaan, terwijl deze in de basis al over alle krachten en inzichten beschikt die nodig zijn voor de levensmissie?
    Valt daar niet aan te ontkomen wanneer een spirit in een menselijk lichaam indaalt en daarmee komt bloot te staan aan allerlei invloeden?
    Zelfs een zo hoog ontwikkelde spirit als Jezus moest zich blijkbaar ontdoen van allerlei invloeden om zich bewust te worden voordat deze bij de Bron kon komen.
    Is dit om totaal te kunnen incarneren in het lichaam?
    Dat hoe ver een spirit ook gevorderd is, ook deze op aarde te maken krijgt met groeiend inzicht?
    Begrijp wel dat wanneer je als kind ter wereld komt, afhankelijk van de omgeving, er vorming plaatsvindt, daar valt niet aan te ontkomen, maar je zou denken dat iemand als Jezus, die al jong opviel vanwege zijn wijsheid, een inwijding niet nodig zou hebben?
    Is het zo dat zelfs geesten als Jezus niet het eindpunt zijn qua spirituele ontwikkeling?
    In de hogere sferen is er ook sprake van dualiteit.
    Wanneer gaan ze blijvend op in het ENE?
    Ben er benieuwd naar!
    Dank en groet van Clasina

  6. Was inwijding Jezus nodig?
    Wat een goede vragen! Ik heb me er in het verleden wel even mee bezig gehouden maar dat ga ik nu opnieuw doen. Hopelijk geeft dat wat meer inzicht in de reden waarom Jezus deze inwijding deed. 
    Je suggereert al wat mogelijke antwoorden, maar ik ga er opnieuw naar ‘kijken’ en dat kan misschien nog extra informatie geven!
    Hartelijke groet, Pierre

  7. Waarom voegde Jezus zich naar bestaande rituelen?
    Dank Pierre! Het lijkt erop dat hij zich voegde naar bestaande rituelen. De vraag is, waarom? Dat was zo bij de doop in de Jordaan, waar hij werd gedoopt door iemand die naar hém ‘opkeek’ en zo ook in Egypte waar de ’top’ priester, wiens toestemming hij nodig had voor de inwijding, een soortgelijke beleving had. Ben heel benieuwd naar de uitkomsten van jouw overpeinzingen en inzichten. Groet en een goede dag!

  8. Over de noodzaak van de inwijding van Jezus
    Veel interessante vragen! Ik heb me naar aanleiding van je vraag ingesteld op de Christ-Force energie en via deze weg op het leven van de Christus, in het bijzonder op de piramide inwijding. Ik heb ‘gekeken’ naar de situatie waarin hij geen inwijding zou hebben gehad, wat zou dat uitmaken!?
    Het verschil zit niet in de hoeveelheid spirituele kennis en kunde maar in de mate van aardegericht zijn. De inwijding heeft hem geholpen om zijn levensmissie meer te gronden, meer in zijn lichaam te brengen. Eigenlijk om de uitdagingen die hij zou tegenkomen bij de realisatie van zijn levensmissie beter aan te kunnen.
    Als super ontwikkelde geest was het voor deze realisatie essentieel om aansluiting te hebben bij de toenmalige mensen en door zijn  gedrag en wat hij zei en uitstraalde, begrepen te worden. Anders zou zijn missie mislukken.
    De term ‘inwijding’ is misschien wat misleidend in zijn geval. Het lijkt erop alsof hij spiritueel gezien niet tot nieuwe kennis kwam maar dat hij die kennis, voor zover dat paste bij zijn levensmissie, kon incarneren en doorleven op aards niveau. Zodat hij na deze inwijdingstocht zich volledig toegerust zou voelen om in Palestina zijn levensmissie te realiseren.
    Zo moest hij zich schikken naar de bestaande structuren in Egypte en was hij afhankelijk van de beslissing van de opperpriester. Dit was echter geen willekeurig persoon. Hij was al op kraamvisite geweest bij Jezus zijn geboorte, daarbij geleid door spirituele gidsen. Op de een of andere manier was ook dit geen toeval en was dit onderdeel van zijn levensmissie en was hij daar speciaal voor geïncarneerd.
    Zoals al in de eerste hoofdstukken beschreven is, is de inwijdingsweg in het piramidecomplex geen bedenksel van een paar willekeurige Egyptenaren maar een sterk geïnspireerd bouwwerk met een kosmische betekenis. Het ontwerp is volgens Jozef Rulof, bedacht in de hoogste regionen van dit heelal in de bestaanssfeer van de volledig gerealiseerde mensenzielen, de zevende kosmische graad.  Van daaruit is het doorgegeven naar de lagere kosmische graden totdat het in de lichtsferen van de derde kosmische graad, de aarde, kwam. Van hieruit zijn hoogbewuste zielen speciaal geïncarneerd om dit bouwwerk te realiseren. Wat tot in de perfectie gelukt schijnt te zijn.
    Dit verhaal van Jozef Rulof geeft voor mij een extra dimensie aan deze inwijdingstocht die ver de denkkaders van de toenmalige mens overtrof maar ook nog van de huidige mens! Het schijnt dat de mens in de toekomst steeds nieuwe dingen zal ontdekken aan dit complex tot aan de laatste mens op aarde toe!
    Misschien heeft deze aura-reading nog niet al je vragen beantwoord maar hopelijk wel wat extra informatie gegeven. Ik ben benieuwd!
     
    Hartelijke groet, Pierre
     

  9. Dank
    Hartelijk dank voor dit uitgebreide, wonderlijk mooie en verhelderende antwoord!
    Het ontroert me.
    Stel hierover verder geen vragen.

    Wens jou een fijne en inspirerende dag toe!
    Clasina

  10. Onderscheid geest en ziel
    Waar ik in de tekst ‘blijf hangen’ is de ervaring van de readee, die in de tussensfeer van de wereld tussen incarnaties terecht komt, waar de geest zich herstelt van het afgelopen leven, waarbij allerlei processen diep in de ziel plaatsvinden. Het is ook de wereld van het onbewuste.
    ————–
    Vind dat een hele ingewikkelde, waarmee ik niet wil zeggen dat ik het overige kan bevatten. Jij maakt onderscheid tussen de geest en de ziel.
    Wat zie jij als de geest en wat als de ziel?
    De geest herstelt zich van het afgelopen leven en daarbij vervuld iets in de ziel een rol want er vinden daar processen plaats die de geest zullen helpen te herstellen.
    Hoe gaat dat in zijn werk?
    Door ‘wat’ worden deze processen aangestuurd?
    Wat is de instantie die kennelijk weet hoe het herstelproces kan plaatsvinden en welke kant het op moet gaan?
    Ben heel benieuwd naar jouw antwoord, maar wacht rustig af tot jij in de gelegenheid bent.

    Met een hartelijke groet, Clasina

  11. Geest en ziel
    Een tijd geleden, toen ik in Corsica was, stuurde je me een paar interessante vragen toe over hoofdstuk 5. Ik dacht toen, daar moet ik eens voor gaan zitten om die te beantwoorden. En nu, in deze stille augustustijd, kwam ik je vragen weer tegen. Je vragen stimuleerden mij weer om er mee bezig te zijn!
     
    Vraag:
    Jij maakt onderscheid tussen de geest en de ziel.
    Wat zie jij als de geest en wat als de ziel?
     
    Antwoord: De geest is degene die we zijn als persoonlijkheid. In dit leven zijn we een geest met een lichaam. Ons geestelijk lichaam bestaat uit zeven energielichamen met bijbehorende aura’s. Die aura’s zijn voelbaar als lagen in onze aura.
    De ziel is onze innerlijke bron, onze kern. Ik zie bij een aura-reading de ziel als een groot bolvormig energiegebied bovenop de aura.  Dat noem ik de kernziel. Ieder energielichaam bevat ook een deel van die kernziel. Zo bevat het ‘emotionele energielichaam’, dat alles met onze persoonlijkheid te maken heeft, onze gevoelsziel. Dit ligt in onze buik maar op een dieper niveau dan de chakra’s. Als je geraakt wordt tot in je ziel, dan heb je daar bewust contact mee.
     
    Vraag:
    De geest herstelt zich van het afgelopen leven en daarbij vervult iets in de ziel een rol want er vinden daar processen plaats die de geest zullen helpen te herstellen. Hoe gaat dat in zijn werk? 
     
    Antwoord:
    Na het leven op aarde valt de geest op een bepaald moment in een soort slaap. een spirituele slaap noem ik dat. In die slaaptoestand worden de ervaringen van het afgelopen leven verwerkt. Eerst de ervaringen die opgeslagen liggen in het etherische energielichaam, 
    dan die in het emotionele energielichaam, dan het mentale, spirituele, manas (hogere weten), buddhi (hogere voelen) en atma (lichaam van voleinding). Al die doorgewerkte ervaringen en energieën gaan naar de kernziel terug. Daar gaat dat verwerkingsproces nog door waarbij de ziel tot rust komt. Op een bepaald moment kunnen er op aarde een man en een vrouw zijn die een kindje willen en met elkaar gaan vrijen, waarbij de ziel weer aangetrokken wordt. Een volgend incarnatie kan beginnen!
     
    Vraag:
    Door ‘wat’ worden deze processen aangestuurd?
    Wat is de instantie die kennelijk weet hoe het herstelproces kan plaatsvinden en welke kant het op moet gaan?
     
    Antwoord:
    Zoals ik het zie, is het een autonoom proces, net zoals we gaan slapen en dromen of zoals een plant groeit en bloeit. Blijkbaar dat in de diepte van de ziel alle informatie hiervoor aanwezig is. De kern van de ziel zie ik als een zacht lichtende plek waar voortdurend energie uitkomt. Deze plek wordt ook wel de godsvonk genoemd. Deze godsvonk wordt gevoed vanuit de Albron, de bron van alles wat is in dit zichtbare heelal, maar ook in het onzichtbare. In onze diepste essentie zijn we dus ‘goden’! Zoals ik het nu zie stuurt onze eigen goddelijke bron deze processen aan.
     
    Nog even ter relativering: je komt nu aan de grenzen van mijn kennis. Ongetwijfeld zit het proces van het leven nog heel wat ingewikkelder in elkaar dan ik zo schrijf!
     
    Ik ben twee boeken aan het schrijven waarin dit ook ter sprake komt, inclusief tekeningen. 
    Heb je wat aan deze antwoorden?  Hartelijke groet, Pierre  

  12. Wonder
    Wat kan ik zeggen? Heel veel dank voor deze uitgebreide en heldere antwoorden. Wat een ‘Wonder’! Wens jou een gelukkig hier en nu! Ben ook heel benieuwd naar de boeken! Dank voor alles! Clasina

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *