Doop in de rivier de Jordaan en 40 dagen woestijn (aura-reading)

Een vriendin van mij, vroeg me of ik via aura-reading wat meer te weten kon komen over de 40 dagen die Jezus in de woestijn doorbracht.

Die vraag hield haar al een tijd bezig. Ze vermoedde dat er meer gebeurd is dan vanuit de kerkelijke traditie bekend is. Ik vertelde haar dat ik het niet zou weten, want ik heb me daar als niet-kerkelijk persoon, nooit zo in verdiept. In Wikipedia en daarna in de bijbel lees ik dat hij eerst de doop in de rivier de Jordaan had en daarna meteen verder is gegaan naar de woestijn voor zijn veertig dagen periode. Ik bedacht dat die twee activiteiten wat met elkaar te maken kunnen hebben. Ik heb me daarna ingesteld op een aura-reading van dat gebeuren en dat leverde onderstaand verhaal op.

De tekst hiervan loopt enigszins parallel met de bijbeltekst maar heeft wel wat andere elementen. Deze tekst is overigens niet bedoeld als de absolute waarheid maar wel als een hulpmiddel om jezelf op deze gebeurtenissen af te stemmen en daar zelf indrukken van te krijgen. Succes ermee!

 

 

Terugkomst uit Egypte

Als Jezus terugkomt uit Egypte waar hij verschillende inwijdingsplekken bezocht heeft en inwijdingen heeft meegemaakt (zie eerdere blogberichten daarover), komt hij aan in Zuid-Palestina. Daar brengt hij zijn ezelswagen terug naar degene van wie hij die geleend heeft. Op die omgeving maakt hij ook een begin met zijn missiewerk. Hij verzamelt leerlingen om zich heen en start zijn prediking. Maar dan komt er een probleem, zijn leerlingen worden door hem geïnspireerd maar hebben ook andere verplichtingen. Ze voelen zich verscheurd door hun verplichtingen aan hun gezin en de inspiratie door Jezus. Ze willen hun gezinnen niet verlaten want die hebben hen nodig. Jezus voelt dat het nu niet het goede tijdstip is voor de realisatie van zijn missie. Hij laat allen gaan en beraadt zich opnieuw op zijn missie. Hij voelt dat een duidelijk keerpunt nodig is om zijn missie met succes van start te laten gaan en gaat opnieuw op weg.

Per voet  gaat hij nu verder in oostelijke richting. Onderweg schieten mensen hem aan en vertellen hem over een man, Johannes, die mensen doopt in de rivier de Jordaan om hen te helpen een leven van licht te leiden. Jezus voelt aan dat hij daar naar toe moet en dat daar zijn levensmissie op hem wacht om tot realisatie te komen. Enkele dagen loopt hij verder totdat hij bij de plek komt waar Johannes bezig is mensen te dopen.

 

Johannes de doper

Johannes is een spiritueel ingestelde man die visoenen gekregen heeft over iemand die zal komen en de mensheid licht zal brengen, iemand wiens invloed zich over de hele wereld zal uitstrekken. Johannes zijn taak is, en daar voelt hij een duidelijke innerlijke drang voor, om mensen te dopen en hen voor te bereiden op de lichtmens die eraan komt. Hij predikt en profeteert en doopt mensen om hen te helpen het goede pad te gaan. Hij straalt een enorme autoriteit uit en als mensen bij hem komen, krijgt hij innerlijk beelden van het leven van die mensen en wat belangrijk voor ze is om het goede te doen in hun leven. Mensen hebben groot ontzag en bewondering voor hem. Iedere keer als hij iemand doopt komt een stralende stroom (metafysisch) licht van boven door hem heen naar zijn armen en handen die hij op iemands hoofd plaatst. Bij de doop gaat de lichtstroom door die persoon heen en versterkt het gevoel in hen om hun eigen innerlijk licht te volgen, dat tijdens de doop in het water is ‘aangestoken’. Ze voelen zich na de doop wonderlijk licht en sommigen zeggen dat ze ‘God gezien hebben’.

 

De  doop in de rivier de Jordaan

Dan komt Jezus naar hem toe en vraagt: “Kunt gij mij dopen? Ik zal graag uw doop ontvangen en mijn  hoofd voor u buigen”. Johannes richt zich op Jezus en schrikt. Voor zijn geestesoog ziet hij een geweldig licht waar hij zelf in het niets bij zinkt. Hij valt op zijn knieën en zegt: “Nee mijn heer, u moet mij dopen en ik ben het zelfs niet waard uw voeten aan te raken”. Jezus: “Sta op, niemand anders dan u  kunt mij dopen. Ik vraag u nogmaals mij te dopen”. Johannes staat wat wankel op en zegt: “Nee heer, ik ben het niet waard. Ik ben te klein en niets waard. Uw licht is alomtegenwoordig, mijn licht stelt daarbij niets voor”. Jezus: “Johannes, doop mij, gij hebt de autoriteit om mij te dopen”.  

Artistieke impressie van de doop van Jezus in de Jordaan (schilderij van Jan van Scorel, circa 1530)

 

Johannes raapt al zijn krachten bij elkaar en loopt met Jezus het water in. Een stroompje licht begint van bovenaf door hem heen te stromen en hij voelt zijn kracht weer terugkeren. Dan strekt hij zijn handen uit en legt die op Jezus zijn hoofd en duwt hem even onder water. Tegelijkertijd begint hij zich te realiseren dat dit de lichtmens wel eens zou kunnen zijn die hij verwacht! Schitterend licht gaat er door zijn armen stromen en hij zegt: “Zo God het wil, laat zijn licht op aarde stralen en in de mensen gaan branden en schitteren zodat het licht van de hemel op aarde komt. Moge hij in vrede gaan en overal zijn licht verspreiden.” Terwijl hij Jezus doopt en de stralende energie van zijn handen door Jezus gaat stromen, gaat een enorme stroom van licht van bovenaf door Jezus stromen: de energie van zijn levensmissie wordt geactiveerd. Het stralende licht stroomt door Jezus zijn armen en zijn  hele lichaam. Helderziend bekeken is hij een man van stralend licht geworden, licht dat het lichaam van Jezus maar nauwelijks kan bevatten zo sterk en intens is het.  

Jezus: “God zegene je voor deze doop Johannes, je taak zit erop, ga en leef in vrede.”  Johannes is nog helemaal dizzy van het gebeuren  en moet ervan bijkomen. Later als hij wegloopt van deze plek zal hij aan iedereen die het maar wil horen, zeggen: ”Hij is het, ik heb hem gezien, hij komt ons vrede brengen, geluk en liefde!”

 

Na afloop

Jezus voelt de enorme energie die in hem gekomen is en hij nauwelijks aan kan. Mensen schieten hem aan en vragen zijn hulp maar hij houdt het contact af: “Niet nu, mijn tijd daarvoor is nog niet gekomen”. Hij loopt verder richting woestijn.

 

In de woestijn

Meteen na de doop in de Jordaan is Jezus naar de woestijn gelopen om een goede, rustige plek te vinden. 

 

Woestijn in Jordanië

 

De energie in hem is zo sterk dat hij deze nauwelijks kan bevatten. Hij heeft tijd nodig om dat in zijn lichaam allemaal te verwerken. Hij vindt een grot met uitzicht op de woestijn. Pijnlijk, zo sterk is de energie in hem van zijn levensmissie die bij de doop is vrijgekomen. Dag in dag uit zit hij daar in de grot terwijl de energie in zijn lijf verwerkt wordt. Dat gaat langzaam alsof zijn lijf naar een ander trillingsniveau moet komen. Beetje bij beetje lost als het ware de sterke energie in zijn lichaam op en maakt zijn lichaam op een diep niveau anders: zachter, of er een zachte ‘glow’ in zijn lichaam komt. In het reading beeld is te zien dat al zijn zeven energielichamen langzaam aan die bijzondere stralende kwaliteit krijgen. Af en toe drinkt hij wat, eten kan nog niet, daar is zijn lichaam nog niet geschikt voor op dat moment. Na een aantal dagen kan hij meer bewegen met zijn  getransformeerde lichaam, maar hij moet voorzichtig zijn,  want veel is nog niet mogelijk. Hij kan al wat meer drinken en kleine beetjes eten.

Nog later, na driekwart van zijn woestijnperiode (van waarschijnlijk veertig dagen), voelt hij hernieuwde kracht en dat zijn lichaam geschikt wordt voor het uitdragen van zijn missie. Tegen het einde van die periode begint er een tinteling van ongeduld in hem te komen: hij wil aan zijn missie beginnen, het is zover!

 

De drie verleidingen

Hij voelt echter dat er een grote confrontatie aankomt. Een confrontatie die een barrière vormt tussen hem en de wereld om hem heen. Iets donkers komt op hem af, een grote donkere wolk. Hij ziet in de wolk een mensenfiguur, roodachtig. “Kom met mijn mee” zegt de figuur. “Wat wil je?” vraagt Jezus die het geen aangename figuur vindt. Sterker nog, als hij zich op hem afstemt ziet hij hoe gewelddadig, niets ontziend en ongekend wreed deze figuur is.  “Als je de wereld wilt ingaan, zul je mij tegenkomen” zegt de figuur “niemand kan mij passeren, mijn kracht is te groot. Ga de confrontatie met mijn kracht aan, anders kom je niet verder!” “Toon me je kracht” zegt Jezus want hij voelt dat hij deze confrontatie aan moet gaan die tussen hem en de wereld staat. Dan voelt Jezus dat hij zich hoog boven de aarde bevindt. “Laat je vallen” hoort hij de roodachtige figuur zeggen, “de engelen zullen je opvangen!” Jezus: “niet mijn wil is het om dit aan te gaan. Alleen het goddelijke zegt me wat te doen en ik niet het goddelijke!” De beelden verwazen.

 

Even later wandelen ze op een  bergweg. “Laat die stenen leven!” hoort hij en ziet hoe de roodachtige figuur op een paar stenen wijst. “Het is niet mijn taak om stenen te laten leven” zegt Jezus, “stenen moeten vooral stenen zijn, alleen het goddelijke beslist om te transmuteren en leven te brengen waar eens dood was.”

 

Weer verandert het beeld. Even later worden uitgestrekte landerijen zichtbaar, steden in de verte en wegen. “Gehoorzaam mij en alles is van jou, al deze landen, deze koninkrijken.”  Jezus voelt de walging voor deze figuur en de smerigheid die achter de woorden zit waarmee deze hem probeert te verleiden. “Jouw koninkrijken wil ik niet, mijn licht is voor de wereld om mensen te brengen naar het hemelse licht dat hoger dan deze wereld schijnt.  Dat overstijgt alle koninkrijken en aardse bezittingen en hartstochten”.

 

De donkerte met de figuur lost op en Jezus is weer terug in de grot waar de confrontatie begon. Hij kijkt naar buiten, heel vredig ligt de wereld daar in het zonlicht. Morgen zal hij op pad gaan.

► Vorig blogbericht: Christ-Force energie, waar hebben we het over?

Vergelijkbare berichten

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *